In de meest recente begrotingsronde werd afgesproken om een soort minimumbelasting in te voeren voor multinationals die in België door de toepassing van de notionele intrestaftrek of de overdracht van fiscale verliezen geen of nauwelijks belasting betalen. De wet houdende diverse bepalingen van 30 juli 2013 (B.S. 1 augustus 2013) voerde deze fairness tax in via de invoering van een nieuw artikel 219ter in het wetboek van de inkomstenbelastingen.

De fairness tax wordt, met ingang van aanslagjaar 2014, enkel gevestigd indien er dividenden worden uitgekeerd. Onder dividenden zijn ook begrepen terugbetalingen van maatschappelijke kapitaal, uitgiftepremies en uitkeringen van winstbewijzen (indien ze kwalificeren als dividenden). Liquidatieboni, geherkwalificeerde intresten en dividenden in het kader van de overgangsregeling voor liquidatieboni (zie onze nieuwsbrief van 12 juli 2013) worden niet in aanmerking genomen.

Het tarief van de belasting, die de vorm aanneemt van een afzonderlijke aanslag, bedraagt 5,15 % (zijnde 5 % te verhogen met 3 % crisisbelasting). Op de grondslag van deze afzonderlijke belasting kunnen geen aftrekken worden toegepast. De belasting is niet aftrekbaar in vennootschapsbelasting. De belasting is bovendien onderworpen aan de voorafbetalingsverplichting en de verhoging indien niet voldoende wordt voorafbetaald.

De berekeningsgrondslag van de fairness tax heeft veel weg van hogere wiskunde. De berekening gebeurt in drie stappen:

- Stap 1: Eerst wordt het positieve verschil gemaakt tussen de bruto uitgekeerde dividenden en het in de vennootschapsbelasting belastbare fiscaal resultaat. Enkel indien het bedrag aan uitgekeerde dividenden hoger is dan het fiscaal resultaat zal de fairness tax verschuldigd zijn.

- Stap 2: De in de eerste stap bepaalde grondslag wordt verminderd met het gedeelte van de dividenden dat voorkomt uit reserves die tot uiterlijk aanslagjaar 2013 werden belast. Ter zake zal het LIFO-systeem (last in first out) worden toegepast: Opnames van voorheen belaste reserves zal bij voorrang worden aangerekend op de laatst aangelegde reserves.

- Stap 3: In de laatste stap wordt de relatie gelegd naar de vermindering van het fiscaal resultaat met verrekening van overdraagbare verliezen en de notionele intrestaftrek van het jaar. Tot dit doel wordt het door de eerste twee stappen bereikte resultaat vermenigvuldigd met een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen, enerzijds, de som van de verrekende overdraagbare verliezen en de toegepaste notionele intrestaftrek en, anderzijds, het fiscaal resultaat van het belastbaar tijdperk exclusief de vrijgestelde waardeverminderingen, voorzieningen en meerwaarden

De belasting is evenwel niet van toepassing voor kleine vennootschappen in de zin van artikel 15 van het wetboek van vennootschappen. Wij geven pro memorie de criteria. Vennootschappen worden als klein beschouwd indien ze niet meer dan een van de volgende criteria overschrijden:

-       jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50

-       jaaromzet excl. BTW: € 7.300.000,00

-       balanstotaal: € 3.650.000,00

Als het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt, is een vennootschap altijd groot. Deze criteria worden op geconsolideerde basis beschouwd.

De fairness tax is wel van toepassing op Belgische vaste inrichtingen die belastbaar zijn in de belasting van niet-inwoners vennootschappen. Onder uitgekeerde dividenden wordt dan begrepen het gedeelte van de door de vennootschap uitgekeerde dividenden dat verhoudingsgewijs overeenstemt met het positieve aandeel van het boekhoudkundig resultaat van de Belgische inrichting in het globaal boekhoudkundig resultaat van de vennootschap.